Grotere trek (#3) - Reisverslag uit New Delhi, India van frankbaltus - WaarBenJij.nu Grotere trek (#3) - Reisverslag uit New Delhi, India van frankbaltus - WaarBenJij.nu

Grotere trek (#3)

Door: Frank

Blijf op de hoogte en volg

20 Augustus 2011 | India, New Delhi

Van de Indusvallei naar de Nubra en weer terug, dat was het reeds in Utrecht bedachte plan. Maar toen. Waren er geen paarden. Later wel paarden voor alleen heen, OK dan. Krap een uur onderweg in kou en regen komt ons een kleine karavaan tegemoet, deze fransen zjn voortijdig omgekeerd omdat er richting de hoge pas te veel sneeuwval was. Wij ploeteren door, hopend op een heldere dag voor ons. Eerste kampement, big problem. Sangjey, onze jonge gids/kok loopt de route voor het eerst. Alle terreinkennis komt van Tunduk Dorjey, onze paardenman, en die heeft dus ergens hier in de buurt in de sneeuw kamp opgeslagen, maar wij en vooral Sangjey kan het niet vinden! Anderhalf uur staan Anita en ik koukleumend en watertrappelend bij de afgesproken splitsing der valleien, terwijl Sangjey ronddoolt. We bespreken de terugtocht want het wordt steeds later en kouder. Dan duikt Sangjey op en krijgen we warme thee in het 1e kampement. Drie tenten, een stokoude enkeldaks legertent als keuken, een parachutetent van Tunduk en een mooi geelblauw klassiek tentje voor ons.

De tweede dag brengt nieuwe problemen. De sneeuwval wordt continue en bij Anita begint hoogteziekte weer op te spelen. Om enigzins te acclimatiseren lopen en klimmen we weinig de eerste twee dagen, desondanks slapen we de 2e onrustige nacht al op 4600m. Wel zien onze vijf witte paarden er sprookjesachtig uit op de witte vlakte, zeker als ze na de loopdag bevrijd zijn van alle last en vrijuit over de berghellingen lopen te grazen.

Dag 3, pasdag, begnt hopeloos. Het sneeuwt hard en Anita voelt zich beroerd. Het pad omhoog is nauwelijks zichtbaar. Sangjey brent met een somber gezicht de ontbijt thee op bed, ook hij heeft er een hard hoofd in. We besluiten wel te gaan maar met de optie om elk uur eventueel om te kunnnen keren. We schuifelen omhoog. Het trage tempo blijkt Anita's kracht want steady klimmen we 3 uur lang door. Bij de pas gaat het heel hard sneeuwen, ik zie bijna niks. Tunduk is met de paarden al veel eerder bij de pas, hij zadelt twee paarden af en komt ons daarmee ophalen. Maar we kunnnen het gelukkig zelf en kortademig zetten we de laatste passen omhoog. Tunduk schreeuwt van blijdschap en omhelst ons beide. Het is snijdend koud en door de sneeuw is er van het beloofde uitzicht op de Karkoram niets te zien. We gaan snel voort. Meteen na de pas moeten we een flinke gletsjer oversteken. In de sneeuw is nog flauw het pad zichtbaar van de karavaan die we op de top tegenkwamen, links en rechts zijn gletsjerspleten zichtbaar in de sneeuw. Een aandoenlijk tafereel komt ons in de storm tegemoet, een groep nogal stads ogende Indiers van middelbare leeftijd, elk hand in hand met hun veel jongere gids, op hun blikken af te gaan zijn zij reeds aan het einde van hun krachten. Ik wens ieder van hen sterkte en ben opgelucht als wij zelf de gletsjerrand bereiken. Meteen flink eten en drinken, ik sta te trillen op mijn benen en voel me letterlijk high, niet onaangenaam. De ondergrond wordt weer stenig, van boven valt nog meer sneeuw, striemend in ons gezicht omdat na de pas de windrichting keert.Dan komt er een hoge brede valleibodem doorspikkelt met stromen en stroompjes water. Twee uur lang zie ik alleen mijn schoenpunten terwijl ik steeds natter en kouder word en luidop begin te schelden tegen het pad dat geen pad meer is. Ineens een verlossend fluitje van links, zoals elke dag was Tunduk vooruit en heeft hij de tenten al deels opgezet. Het is pas 1 uur 's middags en tot de volgtende ochtend vriest en sneeuwt het, als we wakker worden is het tentdoek stijf bevroren en staat er ijs in al het keukengerei. Ook blijkt inmiddels dat de keukentent zo lek als een zeef is waardoor het genot van naast de benzinebrander te zitten en Sangjey te zien koken grotendeels verdampt. Later berekenen we op de kaart dat we die nacht op 5000m hebben doorgebracht, geen wonder dat het in ons hoofd en rondom op de berg een beetje spookte. Maar we zijn de pas over en slapen redelijk, met alle kleren aan in de donzen slaapzak.

De volgende dag klaart de lucht op en slingeren we met helder zicht door een aaneenschakeling van groene valleien naar Nubra. Onderweg zijn de hellingen bezaaid met groepen halfwilde yaks, bij de eerste ontmoeting lopen we nog voorzichtig een paadje om maar al snel blijken deze forse dieren schuwer voor ons te zijn dan andersom. Het eerste teken van beschaving zijn de zomerherdershutten. Twee mannen in een zwartberoet stenen hol, overal stapels gedroogde koeien (yak) poep die als brandstof dienen (cow dung patties) en in huiden genaaide langzaam ranzig wordende boter voor in de befaamde lokale thee. Verderop een echt dorp van 10 huizen en dan twee gevaarlijke kloven, de dorpelingen komen ons er zelfs voor waarschuwen. De kloofwanden bestaan uit een soort natuurlijk en poreus beton, enorme kiezels die door zwak cement bijeen gehouden worden, wel honderd meter hoog oprijzend. Gelukkig valt er geen op ons hoofd. Het laatste stuk is zoals veel paden hier zelf onderweg om weg te worden. Met springstof worden rotswanden opgeblazen en weer zitten de nu in parachute tenten verblijvende Nepali de brokstukken nog fijner te hakken, desondanks is het een vervelend oppervlak om op te lopen.

Bij aankomst in Nubra heeft Tsering al een guesthouse voor ons gereserveerd, we eten gebakken rijst onder de appelbomen, de zon schijnt, we zijn ver van de sneeuwstorm rondom de top. Vanuit de tuin is er een prachtig uitzicht op de aan de andere kant van de vallei beginnende Karkoram keten, met ergens vlakbij de grens (hier Line Of Control geheten) met Pakistan, en ook niet ver van hier bij een gletsjer op 7000m schijnen pakistani en indiase soldaten tegenover elkaar te staan koukleumen en patrouilleren. 's Avonds in het guesthouse komen we Ian van de ontbijttafel uit Leh weer tegen, een van mijn lokale helden, hij is in twee maanden van Dharamsala naar Leh gelopen, alleen, een onvoorstelbaar ruige tocht.

De volgende dag maken we een verkenningstocht naar de lokale zandduinen. Iedereen doet alles hier per Jeep, wij lopen gewoon, maar dat blijkt dit keer niet zo slim, eerst moeten we door een moerasachtig stuk, op blote voeten tot aan de knieen in modder en water en dan blijken we aan de achterkant van de zandduinen te staan, waar ook een grote groep wilde honden rondhangt, toevallig ons beider minst favoriete diersoort. Zonder een kameel te hebben gezien keren we snel terug. We verblijven in een soort frontierstadje, Deskit, met heel veel soldaten en ook veel lokale indase toeristen, dit gebied is pas vorig jaar vrij gegeven voor reizen, in een verdere poging van India om zich haar eigen randgebieden toe te eigenen. Het guesthouse is ook een aparte plek, een hek eromheen vanwege de vele honden, vooral 's nachts, en de kamer valt in stukjes uit elkaar. Eerst blijkt 's ochtends de wasbak in scherven op de badkamervloer te liggen, dan begint het plafond vervaarlijk te lekken en daarna ontkoppelt de leeslamp zichzelf van de wand waardoor we in bed bijna geelectrocuteerd worden, en tot overmaat van onrechtvaardigheid worden wij door de eigeneaar beschuldigt van vandalisme. Blij dat we daar weg konden, met nu eindleijk en omdat het niet anders kan zelf een jeeprit. 5 uur voor wat heen 5 dagen duurden, een rit met een shared jeep, startend op 3000m, halverwege over de Khardong La van 5500m en finishend weer in Leh op 3500m. Gek hoe snel alle symptomen van hoogte zich weer aandienen, eerst misselijk, dan hoofdpijn, vervolgens trage motoriek en geen goeie zinnen meer kunnen maken. Maar met de hobbelige afdaling kwamen al het lichamelijk welbevinden en de IQ punten weer terug. Nu dus voor de derde keer in Leh, we zijn nog twee weken in Ladakh. Plan is nog een korte homestay trek en een korte vipassana meditatie verblijf net buiten Leh. En dan vliegen we enkele duizenden kilometers oostwaarts en tweeduizend meter omlaag, naar voormalig hill station Darjeeling, voor de tweede grote etappe. Voor nu allemaal een fijne (na)zomer gewenst en hopelijk is er bij terugkomst nog een economie over om in te werken voor jullie en voor ons. De vorige keer dat ik in Ladakh was gebeurde 11 september 2001, ik hoorde er pas twee weken later van en het duurde even voordat ik het ook geloofde. We zullen zien, voor;lopig legven wij heerlijk bij de dag en schijnt de zon hier volop. Hartelijke groet, tot lees, tot ziens, Frank.

  • 20 Augustus 2011 - 16:14

    Founder Riddle:

    Te lang !

  • 27 Augustus 2011 - 17:19

    JeWe:

    Ha Frank en Anita!

    Ik geniet wel van je verhalen hoor Frank. Wat een afzien allemaal, vrijwillig ook nog, niet te geloven, en, indrukwekkend. Goed te lezen de tussendoor ook fijne ontspannende momenten, dat moet extra genieten zijn!

    Groeten, ook aan Anita...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, New Delhi

Himalaya zomer 2011

Recente Reisverslagen:

21 September 2011

Darjeeling (laatste blog)

19 September 2011

Aardbeving

12 September 2011

We hebben weer personeel (#5)

01 September 2011

Nog 1x Ladakh

20 Augustus 2011

Grotere trek (#3)

Actief sinds 26 Juli 2008
Verslag gelezen: 236
Totaal aantal bezoekers 34572

Voorgaande reizen:

28 Juli 2011 - 30 September 2011

Himalaya zomer 2011

03 September 2008 - 23 Februari 2009

India Nepal Sri Lanka 2008-2009

Landen bezocht: